Sjawoe’ot (het Wekenfeest) Thora, Trauma en Trouw in een Gebroken Tijd

Sjawoe’ot (het Wekenfeest) in de Schaduw van Sinaï – Thora, Trauma en Trouw in een Gebroken Tijd

Toen het Joodse volk bij de berg Sinaï stond om de Thora te ontvangen ervaarden zij het volgende fenomeen:

“De hemel opende zich niet met een wonder, maar met een stem. Een stem die onze ziel is binnengedrongen en sindsdien nooit meer is opgehouden te spreken.”

Shawoe’ot – het feest dat in stilte komt. Er zijn geen intensieve voorbereidingen en er is geen spectaculaire symboliek. Alleen een datum, een stem en een belofte.

Het Pesach feest, is het feest van bevrijding. Het Soekot feest dat ons beschermt.  

Shawoe’ot heeft iets radicalers: overgave.

Niet fysiek, maar existentieel. Wij worden opgeroepen om opnieuw Na’aseh veNishma te zeggen – te doen en te luisteren – met alles wat we zijn, zelfs als onze wereld in puin ligt.

Een volk op de rand van uitputting.

Het Joodse volk leeft anno 5785 (2025) in een tijd van grote spanning. De tragedie van 7 oktober is geen verleden; het is heden, litteken, trauma. Het is de moeder in Sderot die haar kind leert hoe je stil huilt in een schuilkelder. Het is de student in Parijs die zijn mezoeza verstopt. Het is de Israëli die op weg naar de supermarkt een schietvest draagt. Het is de Jood in Amsterdam die zijn keppel verstopt.

Het Joodse volk zal Shawoe’ot vieren – het feest van het ontvangen, terwijl we ons zo leeg voelen.

Hoe ontvangen we de Thora terwijl de adem uit onze longen is geslagen?

“Het volk stond onderaan de berg – niet alleen geografisch, maar spiritueel. Ze waren nog niet geheeld van de slavernij. Dat is het moment dat Hashem (G’d)  kiest om Zijn stem te laten horen. Niet als beloning voor volmaaktheid, maar als antwoord op hun gebrokenheid.” Sjemot (Exodus) 19

Sinaï als existentieel moment

Sinaï is de metafoor van onze nationale zielstoestand: we ontvangen de Thora in een moment van onzekerheid.

Misschien is dát de les van Shawoe’ot in 5785 (2025): dat zelfs temidden van verwarring, wanhoop en verlies, de stem van G’d hoorbaar blijft – mits wij durven luisteren.

Rav Nachman van Breslov gezegd heeft: “Er is niets zo heel als een gebroken hart.”

De Thora daalt niet neer op wie denkt haar te bezitten, maar op wie haar verlangt in de diepte van het niet-weten. Shawoe’ot vraagt om radicale kwetsbaarheid.

De stem van Ruth: Loyaliteit als profetie

De lezing van Megillat Ruth op Shawoe’ot is zeer symbolisch; het is een morele spiegel. Ruth is de vreemdeling die kiest voor verbinding. Niet uit verplichting, maar uit liefde. Haar woorden – “Jouw volk is mijn volk, jouw G’d is mijn G’d” – zijn geen verklaring, maar een verbond. Ruth is het symbool van chessed, van een trouw die sterker is dan logica. En in die trouw vindt ze – en vinden wij – ons Jood-zijn opnieuw.

Ruth de ultieme belichaming van kaballat haThora (accepteren van de Thora), de innerlijke overgave.

“Thora wordt niet verkondigd, ze wordt geleefd. Niet door geschreeuw, maar door zachtmoedigheid. Ruth leert ons dat de Thora wortel schiet waar mensen kiezen voor verantwoordelijkheid, zelfs als niemand toekijkt.”

De opdracht van onze generatie

Shawoe’ot (wekenfeest) dit jaar is geen herdenking, maar een confrontatie. Wat betekent het om een volk van de Thora te zijn wanneer de wereld ons beschuldigd van immoraliteit? Hoe blijven we luisteren naar een G’d die zwijgt terwijl onze kinderen worden aangevallen? Hoe bewaren we onze waardigheid wanneer haat opnieuw mag?

Misschien is het antwoord: niet ondanks onze pijn, maar door onze pijn. Thora als antwoord op trauma. Niet als symbool van perfectie, maar als weg van weerstand.

We zijn een volk dat weigert te verdwijnen. Dat vasthoudt aan morele principes, zelfs als dat betekent dat we alleen staan. Dat een boek opent in plaats van een zwaard.

Wij zijn niet het volk van de kracht, maar het volk van de belofte. Niet het volk van de macht, maar van de betekenis.

Een stem die blijft

Shawoe’ot (wekenfeest) is het moment waarop de hemel zich neigt tot de aarde – niet met macht, maar met woord. En wie luistert, hoort iets dat geen geschiedenis is, maar heden: Anochi. Ik ben. Ik ben er nog steeds. Ik ben met jullie. In de oorlog. In de schaduw. In het zoeken.

Moge wij de moed vinden om opnieuw bij de berg te staan. Niet alleen als overlevenden, maar als dragers van een vuur dat niet uitdooft.

“De Thora is geen verleden. Ze is de adem van onze toekomst.”

— Rabbijn Wim van Dijk over Sjawoe’ot (het Wekenfeest)

Gerelateerde berichten

9 reacties

Dankuwel, deze woorden komen diep binnen.
Ik wil als Ruth zijn, en dezelfde woorden zeggen.

Hartelijke groet,
Caroline Dekker

Dank voor de bemoedigende woorden. Weet dat vele Christenen dagelijks bidden om de vrede voor Jeruzalem en de komst en wederkomst (in deze volgorde) van de Messias, opdat alles nieuw zal worden!

Geweldig verwoord, maar jullie staan niet alleen in deze wereld. Veel christenen in Nederland staan achter jullie, zonder te demonstreren

Bid voor jullie.

Ella Veenstra -Bierling

Blijf op God vertrouwen,
En doe alles in overleg met Hem

Wij zijn een lichtend vuur dat nooit meer dooft!

Freek Kalkman

Zeker: het Joodse volk is een volk! Een lichtend vuur, dat nooit meer dooft! Am Ysraël Chai.

Heel ontroerend, diepgaand en waardevol. Ook vertroostend, het is allesomvattend, zo groot is dit. Amen

Veel dank voor dit mooie artikel.
Zo waar zo diep, zoveel pijn, maar toch ook altijd zoeken naar de liefde en het leven.

Reageer


9 + vijftien =