Waar komt de naam ‘Jood’ vandaan?

De naam ‘Jood’. De essentie van een Jood: “Ik heb meer dan mijn deel” [Bereishiet – Genesis 49:8] “Jehoeda – je broers zullen je prijzen…” (Jodoecha achecha). Dit is de eenvoudige vertaling van de zin, dat het woord ‘Jodoecha’ afkomstig is van ‘l-hodot’ , wat ‘danken’ of ‘eer geven’ betekent.

De Daas Zekénim mibaalé HaTosfos* brengen echter een alternatieve interpretatie van deze woorden. Ze zeggen dat de zegen van Jakob was dat “Alle Joden naar jouw naam zullen worden genoemd” – dat wil zeggen Joden (Jehoedim) uit de plaats Juda (Jehoeda). Zoals we allemaal weten, geldt dit in veel talen.

De stam Juda

De naam voor Jood in het Duits, die helaas in ons gezicht werd gewreven, is Jude – van Juda. Deze naam ‘Jude’ komt van Jehoeda. De naam ‘Jood’ komt ook van Juda.

De vraag is echter: waarom? Wat is het met de naam Jehoeda en met de aard van deze naam, dat deze gekozen moet worden om te definiëren wat de essentie van een Jood is voor alle eeuwigheid?

Als we in Bereeshiet – Genesis 29:35 kijken toen de kinderen van Jacob werden geboren, zien we: “Ze werd opnieuw zwanger en baarde een zoon en verklaarde: ‘Laat mij deze keer dank aan Hasjem {G’d} (O-deh es Hasjem ) prijzen ‘, daarom noemde zij zijn naam Jehoeda…’ [van dezelfde wortel als O-deh].

Rashi** vraagt: “Wat bedoelt Lea met de woorden, ‘laat mij G’d prijzen’?” Hij legt uit, dat ze meer zonen ontving, dan wat haar in feite toebehoorde. Want als de Twaalf Stammen voorbestemd waren om af te stammen van vier Matriarchen, zou elke moeder, op basis van een gelijke verdeling, drie zonen moeten krijgen.

Meer dan ik verdien

Lea, die al de moeder was van Reuven, Sjimon en Levi, zei dat met de geboorte van Jehoeda: “Ik nu meer dan mijn deel heb.”

De Chidushé HaRim*** zegt dat de uitspraak ‘Ik heb meer dan mijn deel genomen’ de Joodse levenshouding samenvat. ‘Ik heb meer dan ik verdien’ is de essentie van wat een Jood hoort te zijn.

Daarom worden wij bij de naam Jehoeda genoemd. Esav zei: “Ik heb veel” [33:9]. Dat betekent dat er altijd meer te hebben is. De filosofie van Jakov is: “Ik heb alles” [33:11]. Als je alles hebt, valt er niets meer te hebben.

Dit moet de Joodse filosofie zijn: ik heb meer dan ik verdien; Ik verdien zelfs dit niet. Daarom worden wij bij de naam Jehoeda genoemd.

Overtreed de Thora niet om de Thora te houden: het doel heiligt de middelen niet.

De zegen voor Jehoeda gaat verder: “De scepter zal niet wijken van Jehoeda…” [49:10]. De Ramban zegt dat de bedoeling van dit vers is, dat de monarchie niet van Jehoeda naar een van zijn broers zal overgaan. Alle heerschappij in Israël moet van Jehoeda afkomstig zijn.

De Ramban**** voegt er een beangstigende en ongelooflijke uitwerking aan toe: “Dit was de reden voor de bestraffing van de Chasjmoneërs die regeerden in de tijd van de Tweede Tempel.” De Chasjmoneërs, die Priesters waren , maar die uiteindelijk de monarchie voor zich namen, maakten zich schuldig aan het overtreden van Jakob’s decreet: ‘De scepter zal niet wijken van Jehoeda.’

De Ramban zegt over de Chasjmoneërs: “Zij waren zeer verheven en rechtvaardig (Chasidé Eljon) en als zij er niet waren geweest, zouden Thora en Mitsvot door Israël vergeten zijn.” En toch zegt hij dat hun straf voor het overtreden van dit decreet groot was – in die mate dat de Talmoed zegt: [Bava Basra 3b] “wie zegt: ‘Ik stam af van het Huis van de Chashmoneërs’ , is een slaaf.” Alle nakomelingen van deze geweldige familie werden gedood.

Te ver gaan

Zij hebben vandaag geen overblijfsel onder ons. Rav Simcha Zissel zegt dat deze Ramban ons een les leert die we zo vaak vergeten: Nooit, nooit, heiligt het doel de middelen. Ook al waren de Chasjmoneërs rechtvaardig en wat ze deden was nobel; ook al hebben ze het Beet HaMikdasj en de Thora gered; ook al werd hen de monarchie opgedrongen en waren ze goedbedoeld, ook al schonden ze de Thora om de beste redenen en met de beste bedoelingen… het maakt geen verschil uit !

Men mag nooit de Thora overtreden om de Thora te houden. Je kunt de meest nobele berekeningen en redenen ter wereld hebben, maar de les die we zien is: “Breek de Thora niet om de Thora te ‘houden’.” Wij hebben het recht niet om dat te doen.

Het doel heiligt nooit de middelen. Ze hadden gelijk toen ze het Beet HaMikdasj (Tempel) opnieuw inwijdden . Ze hadden gelijk in wat ze deden. Maar ze gingen te ver. Hebben ze het met kwade bedoelingen gedaan? G-d verhoede het. Deden ze het voor hun eigen zelfverheerlijking? G’d Bewaar. Maar zij overtraden: “De scepter zal van Jehoeda niet wijken.”

De gevolgen daarvan zijn altijd slecht. Hoe vaak worden we keer op keer met deze situatie geconfronteerd? Het grote geheel is goed. We gaan zoveel bereiken door het te doen. Iets ‘kleins’ moet overtreden worden.

We moeten een ‘kleine’ halacha schenden , voor het ‘grote geheel’, voor de ‘bottom line’.

Nooit doen! Dit is wat de Ramban zegt. De Chasjmoneërs werden weggevaagd omdat ze de wet van ‘De scepter zal van Jehoeda niet wijken’ schonden. Dit is een les die we keer op keer moeten leren, omdat het zo vaak en in zoveel situaties zo moeilijk te accepteren is. Het lijkt zo de moeite waard… Het lijkt zo juist… Maar de regel is: overtreed de Thora niet om de Thora te houden. (R. J. Frand)

* Het werk biedt commentaar op de Chumash (Pentateuch) en bevat homiletische, halachische en midrashische inzichten.
Het weerspiegelt vaak de collectieve Thorah-wijsheid van de Baalei HaTosafot, maar bevat soms unieke of minder bekende interpretaties.

Toeschrijving:

Het commentaar wordt toegeschreven aan verschillende leden van de Tosafistische school, waaronder prominente figuren zoals Rabbi Shmuel ben Meir (Rashbam), Rabbi Jacob van Corbeil en anderen. De exacte auteurschap en samenstelling zijn echter onzeker.
De titel “Daas Zekénim” (Wijsheid van de Ouden) benadrukt het respect voor de collectieve geleerdheid van deze groep.

** Rashi werd geboren in Troyes, in de regio Champagne in Frankrijk. Hij stamde uit een familie van geleerden en rabbijnen. Hij studeerde bij de grote geleerden in de yeshivot van Worms en Mainz (Duitsland), waar hij de Ashkenazische tradities en methoden van studie opnam.

Commentaar op de Thora:

Rashi’s commentaar op de Thora is eenvoudig en toegankelijk, maar tegelijkertijd diepgaand. Hij legt de tekst uit door middel van peshat (de eenvoudige betekenis) en derash (diepere, vaak midrashische interpretaties). Hij richt zich op het beantwoorden van vragen die een zorgvuldige lezer van de tekst zou hebben.

Commentaar op de Talmoed: Rashi’s commentaar op de Talmoed wordt beschouwd als onmisbaar. Het verklaart moeilijke woorden en passages, waardoor de tekst begrijpelijker wordt voor studenten. Zijn werk is zodanig van invloed dat bijna elke uitgave van de Talmoed zijn commentaar bevat.

*** Chidushei HaRim (Nieuw Inzichten): Rabbi Yitzchak Meir werd geboren in het dorpje Magnuszew, Polen, in een vrome joodse familie. Hij toonde al op jonge leeftijd uitzonderlijke intelligentie en toewijding aan de Tora-studie. Hij studeerde onder invloedrijke rabbijnen, waaronder de Chozeh van Lublin (Rabbi Yaakov Yitzchak Horowitz) en Rabbi Simcha Bunim van Peshischa, twee grote leiders in het Poolse Chassidisme.

Na het overlijden van zijn Rebbe, Rabbi Menachem Mendel van Kotsk, werd Rabbi Yitzchak Meir de leider van een grote groep volgelingen en stichtte hij de Ger (Góra Kalwaria)-dynastie.

Zijn belangrijkste werk, waaraan hij zijn titel ontleent, bevat vernieuwende inzichten in de Thora en de Talmoed. Het combineert briljante analytische interpretaties met spirituele en chassidische lessen, die diepe verbindingen leggen tussen halachische details en de innerlijke dimensies van het jodendom.

Chassidische Leiderschap

De Chidushei HaRim benadrukte het belang van eenvoud, nederigheid, en oprechtheid in de dienst van Hashem (God). Hij stond bekend om zijn focus op ahavat Yisrael (liefde voor het Joodse volk) en moedigde zijn volgelingen aan om verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar en voor de bredere gemeenschap.

**** De Ramban, een acroniem voor Rabbi Moshe ben Nachman (1194–1270), ook bekend als Nachmanides, was een invloedrijke middeleeuwse rabbijn, filosoof, commentator, arts en mysticus. Hij wordt beschouwd als een van de grootste joodse denkers van de Spaanse middeleeuwen en heeft een blijvende invloed gehad op de studie van de Tora en de Talmoed.

Ramban wordt gezien als een meester in zowel intellectuele als spirituele domeinen. Zijn werk heeft generaties joodse geleerden en studenten beïnvloed en blijft een hoeksteen van de traditionele joodse studie. Zijn diepgaande inzichten verbinden de eenvoudige betekenis van de Tora met de diepste mystieke geheimen. Hierdoor blijft hij een tijdloze autoriteit in de joodse wereld.

Bron van ‘Waar komt de naam ‘Jood’ vandaan?’: Mijn Jodendom ladaat.info

Gerelateerde berichten

Reageer


vijftien + 4 =