Kom tot inkeer.
Elk mens, ongeacht zijn leeftijd, zelfs een pasgeboren baby, heeft behoefte aan een gevoel van veiligheid. Iedereen verlangt ernaar zich kalm te voelen en zonder zorgen te leven.
Rabbeinu Bechaye* verdeelt dit gevoel van veiligheid in acht niveaus:
Moeder
Aanvankelijk, direct na de geboorte, herkent een baby niemand. Hij kent zijn ouders niet, kan hen zelfs niet zien… En toch voelt hij zich veilig en kalm. Zijn vertrouwen, zijn Bitachon (#zie uitleg onder), is op dat moment het meest eenvoudig, puur en onschuldig: hij weet niet wie er voor hem zorgt, maar hij voelt dat er iemand is die om hem geeft en van hem houdt.
Langzaam groeit hij op en herkent hij het gezicht van degene die al zijn behoeften met liefde en mededogen vervult: zijn moeder. Op dat moment rusten al zijn verlangens, hoop en vertrouwen op deze sterke figuur die hij nu kent: zijn moeder.
Maar na verloop van tijd beseft hij dat ook zijn moeder niet alles kan. Ze heeft de vaderfiguur nodig om te helpen. De baby begint te begrijpen dat er een nog sterkere figuur is, een vader die hij kan vertrouwen.
Ik hou van mezelf
Naarmate het kind verder groeit en verstand begint te ontwikkelen, komt hij tot het inzicht dat zelfs zijn ouders niet altijd in staat zijn om hem te helpen. Dit leidt tot de overtuiging: de enige persoon op wie ik kan vertrouwen, ben ikzelf. Ik hou van mezelf en zal voor mezelf zorgen; ik zal ervoor zorgen dat ik niets tekort kom.
Maar dit gevoel van veiligheid wordt abrupt verstoord wanneer hij zich realiseert dat er veel dingen zijn die buiten zijn controle liggen. Hij kan bijvoorbeeld geen regen laten vallen, en hij kan de zon niet achter de wolken vandaan halen om de was te drogen.
Op dit punt in zijn leven komt hij voor het eerst in aanraking met de Schepper, Degene die deze krachten bestuurt. Het volgende niveau van Bitachon (vertrouwen op G’d) komt wanneer iemand beseft dat er in het leven vele uitdagingen zijn, maar dat de Schepper hem daar doorheen helpt. G’d beschermt hem tegen veel moeilijkheden, geeft hem de kracht om zijn gezin te ondersteunen en helpt hem in tijden van beproeving.
Goede en slechte tijden
Bij nader inzien leert een persoon dat niet alleen de moeilijke momenten, waarin hij beschermd wordt door de Schepper, onder Zijn toezicht vallen, maar dat zelfs de eenvoudige successen te danken zijn aan Siyata DiShmaya (Hulp van Boven). Zelfs bij de meest alledaagse dingen is G’ds hulp essentieel.
Het achtste en moeilijkste niveau van Bitachon is wanneer alles anders loopt dan gepland, wanneer angsten werkelijkheid worden en plannen mislukken. In zulke momenten kan een persoon zijn gevoel van veiligheid verliezen, omdat hij niet begrijpt waarom dit hem overkomt en waar de bescherming is gebleven die hem altijd begeleidde. Waar is de hulp van G’d, het succes dat hij gewend was?
Kunnen we in zulke momenten ook vertrouwen op de Schepper? Vertrouwen we erop dat Hij weet wat Hij doet, zelfs wanneer het lijkt alsof alles tegenzit?
Hoogste niveau
In moeilijke tijden, wanneer ons begrip tekortschiet, blijven we dan geloven en vertrouwen we erop dat de Schepper het absolute goede is? Zoals er staat: “מאיתו לא תצא הרעות” – “Van Hem komt geen kwaad.” Dit is het achtste en hoogste niveau van Bitachon.
De Pri Haaretz ** legt uit dat zolang we dit niveau nog niet hebben bereikt, we de ware betekenis van Deveikus (hechting) aan G’d niet hebben ervaren. Zolang de situatie ons laat lijden en we in nood verkeren, betekent dit dat we nog steeds ons eigen begrip verkiezen boven de verbinding met de Schepper.
Het is juist daar, waar ons menselijke begrip eindigt, dat de verbinding met de Schepper begint.
Op deze momenten moeten we terugkeren naar de eenvoud van een kind, zoals een baby die gevoed wordt door zijn moeder. Hij weet niet wie G’d is en kan Hem niet zien, maar hij voelt dat er iemand is die om hem geeft. Dit vertrouwen, dit blinde vertrouwen in G’d, zonder alles te begrijpen, is de essentie van het achtste niveau van Bitachon.
Zoals een baby die niet weet wat er in de fles zit die zijn moeder hem geeft, maar vertrouwt dat het goed is, zo moeten wij vertrouwen dat G’d ons alleen het goede zal geven, ook al begrijpen we niet altijd wat er gebeurt.
Wanneer we onze hoop verliezen, waarom verliezen we dan ook onze vreugde?
De overgang van menselijk begrip naar Emunah (geloof) is een van de moeilijkste uitdagingen voor een persoon. Tot nu toe vertrouwde hij op zijn eigen inzicht, wat hem kalmte en hoop gaf. Maar plotseling wordt hij gedwongen om deze veilige basis los te laten.
Het lijden van een persoon komt vaak niet door de situatie zelf, maar door het verlies van controle. Zolang hij begrijpt waarom bepaalde dingen gebeuren, is hij bereid om offers te brengen, zelfs als het veel kost. Maar zodra die hoop verdwijnt, begint de pijn en komen de vragen: Waarom overkomt dit mij? Wat is het doel hiervan?
Maar juist daar, waar het begrip eindigt, begint de ware verbinding met G’d, die oneindig is. Wanneer een persoon zichzelf onderwerpt, de situatie accepteert en zijn controle loslaat, ontwikkelt hij geduld en verbindt hij zich met G’d, de Schepper.
Op dat moment raken zelfs de moeilijkste situaties hem niet meer. Hij wordt als een baby, die alles accepteert zonder verdrietig of gefrustreerd te raken.
Waar koop je een ziel?
De Rebbe zei: Een ziel is niet als een flesje frisdrank dat je met een muntje uit een automaat kunt halen. Om een ziel te ‘kopen’, is geduld nodig – veel geduld.
Soms bevinden we ons in situaties waarin het moeilijk is om te begrijpen wat er gebeurt. De problemen lijken groot, en de gedachte kan opkomen: “Misschien heeft G’d mij niet meer nodig.”
Succesvolle mensen hebben geen jeshiva’s nodig
Een belangrijke Rosh Yeshiva (hoofd van een talmoedische hogeschool) kwam eens naar de Satmar Rav*** en klaagde dat hoewel zijn yeshiva tachtig studenten heeft, er drie zijn die de harmonie verstoren. Zijn vraag was of hij deze drie eruit moest zetten of met hen moest doorgaan.
De Satmar Rav vroeg: “Waarom ben je nodig als Rosh Yeshiva?” Is het voor de zevenenzeventig goede jongens die toch zouden leren, zelfs als het niet in de yeshiva was? “Het doel van de yeshiva is om juist die drie zwakkere studenten te helpen en met hen te werken.”
De Rebbe zei: G’d schiep de wereld, maar waarom? Is het vanwege onze successen en prestaties? Daarvoor heeft G’d genoeg engelen. Nee, G’d heeft ons juist nodig voor die momenten van falen, van gebrek aan succes, van hulpeloosheid. Daarom bestaat de ‘yeshiva shel matta’ (de yeshiva hier op aarde).
Bron: Spinka Rebbe – Bne Berak
*Rabenu Bechaye: Chovot Halevavot werd geschreven door Rabbeinu Bachaye Ibn Pakudah. Rabbeinu Bachaye leefde in Sargasso, Spanje in de elfde eeuw. Als vooraanstaand Talmoedgeleerde was hij een expert in ethiek en filosofie. Hij componeerde ook veel gedichten die in de liturgie werden geïntroduceerd. Hij schreef Chovot Halevavot in het Arabisch, zodat het een zo groot mogelijk publiek kon bereiken. Afgezien van het feit dat Rabbeinu Bachaye diende als de Rabbijnse Rechter van de Joodse gemeenschap in Sargasso, is er heel weinig bekend over zijn persoonlijke leven.
^Bitachon: Bitachon wordt vaak vertaald als “vertrouwen” en verwijst naar een diep gevoel van optimisme en zekerheid, dat niet voortkomt uit logica of ervaring, maar uit emunah (geloof). Het is de overtuiging dat “G‑d goed is en dat Hij alles in handen heeft,” en daarom bestaan er geen angsten of zorgen.
Net als emunah is bitachon boven het verstand uit verheven. Iemand met deze houding zal altijd het positieve in elke levenssituatie kunnen zien, maar zijn of haar bitachon is daar niet op gebaseerd. Het is niet een vertrouwen dat voortkomt uit eerdere ervaringen, maar juist een houding die ervaringen vormt. Het zegt: “Alles zal goed zijn, omdat ik geloof dat het goed zal zijn.”
Meer uitleg
**Een Chassidische commentaar op de Thora door Rabbi Menachem Mendel van Vitebsk, een belangrijke discipel van de Maggid van Mezritch en leider van de Chassidische pelgrimstocht van 1777 naar Israël. Rabbi Menachem Mendel vestigde zich in Tiberias. Het boek bevat ook zijn brieven en gebruiken. Het werd voor het eerst gedrukt in Zhitomir in 1874.
***Satmar (of Satmar Hasidisme of Satmarer Hasidisme) is een chassidische beweging die voornamelijk bestaat uit Hongaarse en Roemeense chassidische Joodse Holocaustoverlevenden en hun nakomelingen. Het werd opgericht en geleid door de overleden in Hongarije geboren Grand Rebbe Yoel Teitelbaum (1887-1979). Die de rabbijn was van Szatm rn meti, Hongarije (momenteel Satu Mare, Roemenië). De naam van de stad in het Duits is Satmar. De naam Satmar werd ook gebruikt door de Jiddisch sprekende bevolking. Jiddisch was toen de gemeenschappelijke taal van de lokale Joden. Leden van de beweging worden meestal Satmar Hasidim of Satmarer Hasidim genoemd.