
In het jaar 1272 V.D.G.J (Voor de gewone jaartelling) gebeurde er iets geweldigs: het Joodse volk, onder leiding van Jehoshoea (Jozua), stapte eindelijk het Beloofde Land Israël binnen.
Overdracht van leiderschap
Jehoshoea werd aangewezen als de opvolger van de grote leider Moshe, die het Joodse volk uit Egypte had geleid. Na veertig jaar van zwerven en beproevingen in de woestijn, stonden ze eindelijk aan de grenzen van het Beloofde Land, Kanaän. Het was heel erg dat Moshe stierf voordat ze het land zijn binnengetrokken. Jehoshoea had de leiding en heeft het volk thuis gebracht.
De Joden moesten de Jordaan rivier oversteken om het land binnen te gaan, en toen begon de strijd om het land te veroveren. Er waren verschillende volkeren in Kanaän, maar Jehoshoea had G’ddelijke begeleiding en instructies. Het Joodse volk was getuige van wonderen, zoals de spectaculaire val van de muren van Jericho.
Het binnentrekken van het Beloofde Land onder leiding van Jehoshoea was de vervulling van de belofte die G’d aan Abraham, Jitschak en Jaakov had gedaan, namelijk dat Hij hun nakomelingen het land Kanaän zou geven. Dit was een historisch moment voor het Joodse volk, omdat ze zich eindelijk hun eigen thuisland gingen vestigen.
Jozua’s leiderschap
Het boek Jehoshoea (Jozua) is een boeiende mix van wonderen en militaire tactieken. Het beschrijft hoe de Kanaänitische bevolking op twee verschillende manieren reageerde op de komst van de Joden. In het eerste stadium “verdwenen alle inwoners van het land voor hen“, zoals Rachab, een spionne, hen vertelde. Dit is te lezen in de hoofdstukken 5-8. In het tweede stadium organiseerden de volken van het land zich om zich te verdedigen tegen het Joodse leger en sloten zij verbonden met elkaar om tegen Israël te vechten.
In het eerste stadium waren de inwoners van Kanaän overweldigd en wisten ze niet hoe ze tegen de Joden moesten vechten. Dit kwam doordat ze gehoord hadden van de verbazingwekkende wonderen die G’d voor de Joden had verricht:
- De uittocht uit Egypte en het splijten van de Rode Zee.
- De verovering van het oostelijke deel van de Jordaan en de onderwerping van koning Og van Basan.
- Het wonder bij de Jordaan.
- De verovering van Jericho door middel van een wonder.
Het volk had groot vertrouwen in Jozua, hij heeft het volk verzekerd dat ze niet bang hoefden te zijn voor de inwoners van het land.
Het Beloofde land was verdeeld was in veel kleine koninkrijken. Het boek Jehoshoea noemt tweeëndertig koningen die hij versloeg. Elke koning regeerde over een stad die versterkt was en onafhankelijk was in zijn oorlogsplanning.
De bezetting van het Beloofde land was in een logische militaire volgorde. In de kuststeden hadden de Kanaänieten een “ijzeren voertuig”, een soort tanks van tegenwoordig, en de oorlog tegen hen was moeilijk. Nadat Jehoshoea (Jozua) de berg had afgesneden van de bergen van het laagland, kon hij de verovering van het Hebrongebergte ten zuiden van Jeruzalem naderen en die vervolgens veroveren.
Jeruzalem zelf is pas in de tijd van koning David veroverd.
Wat is het recht van het Joodse volk op het land Beloofde land Israel?
Het recht van het Joodse volk op het Beloofde land is omdat het door G’d is beloofd zoals het in de Thora is beschreven.
In het begin van de Thora heeft G’d het voortdurend over het geven van het land Israël aan het Joodse volk en het opnieuw bevestigen van die toezegging.
De grote Thora commentator uit de 11e eeuw Rashi stelt deze vraag en het antwoord staat bij de allereerste zin in de Thora:
Waarom begint G’d de Bijbel met de schepping van het universum?
Als de Thora het heilig boek voor de Joden is, waarom zou het dan niet beginnen met het ontstaan van het Joodse volk en meteen doorgaan naar het verhaal van de uittocht uit Egypte toen Joden een volk zijn geworden, de Thora krijgen en het land binnentrekken?
Rashi antwoordt en stelt dat in de toekomst de volkeren van de wereld zullen zeggen aan het Joodse volk “jullie zijn dieven!” Jullie hebben het land gestolen van de Kanaänitische volkeren.
Daarom begon G’d met de beschrijving van de schepping van het universum om de wereld te vertellen:
“Ik ben de Schepper van het Universum. Alles is van Mij. Ik heb besloten om het land Israël aan het Joodse volk te geven.”
Het land Israël is een bijzondere plaats; het is de enige plek op aarde waar het Joodse volk zijn taak kan volbrengen. Het is dus erg belangrijk om de Joodse relatie met het land te begrijpen en omdat het een speciale plek is, een spiritueel gevoelige plek, een plek met een enorm potentieel, is het ook een plek waar je je op een speciale manier moet gedragen.