Israëlieten – 1428 V.D.G.J
Begin van de onderdrukking
Joseef en zijn broers waren overleden en de kinderen van Israël kregen veel kinderen en breidden zich uit in Egypte. Ze speelden een belangrijke rol in het politieke, culturele en economische leven van het land. Het duurde niet lang tot de Egyptenaren jaloers werden op de Israëlieten, ze waren bang dat zij het land zouden overnemen want tenslotte waren zij ‘buitenlanders’.
Een nieuwe Farao besteeg de troon. Hij had geen sympathie voor de kinderen van Israël en koos ervoor alles te vergeten wat Joseef voor Egypte had gedaan. Hij besloot actie te ondernemen tegen hun groeiende invloed. De adviseurs van Farao adviseerden hem om deze mensen tot slaaf te maken en te onderdrukken voordat ze te machtig werden.
Israëlieten – beperking vrijheden
Farao beperkte de persoonlijke vrijheid van de Hebreeërs (Israëlieten). Hij legde hoge belastingen op en dwongen de mannen om dwangarbeiders te worden onder toezicht van een wreed regiem.
Zo moesten de kinderen van Israël steden bouwen, monumenten oprichten, in de steengroeven werken en stenen hakken of bakstenen en dakpannen maken. Hoe meer de Egyptenaren hen onderdrukten des temeer de kinderen van Israël zich vermenigvuldigden.
Toen Farao zag dat de slavenarbeid niet hielp om hun snel groeiende aantal te onderdrukken maakte hij een wet dat alle pasgeboren mannelijke kinderen van de kinderen van Israël in de rivier de Nijl moesten worden gegooid. Alleen meisjes mogen in leven blijven.
Zo hoopte Farao een einde te maken aan de aanwas van de Joodse bevolking. En tegelijkertijd het gevaar te voorkomen dat een leider geboren zou worden. Die de kinderen van Israël uit Egypte zou verlossen, zoals de astrologen voorspelden.
Israëlieten –de Levieten
De enige groep die aan de slavernij ontsnapte was de stam Levi. Ze hadden het Thora leren overgenomen die Jaakov in Goshen had opgericht. Zij onderwezen de kinderen van Israël in de kennis van G’d en Zijn Heilige leringen. Zo hielden ze zich bezig met geestelijke zaken en mengden ze zich niet met de Egyptenaren. De kinderen van Jaakov behielden hun eigen taal, kleding en namen.