Papegaai
Inkeer. George kreeg een papegaai cadeau. Die papegaai gedroeg zich echt slecht en de papegaai hield er een nog slechtere woordenschat op na. Elk woord uit de bek van de vogel was grof en onaangenaam door het constante gevloek. George probeerde van alles om het gedrag van de vogel te veranderen door alleen maar beleefde woorden te zeggen, zachte muziek te spelen en de woordenschat van de vogel te verbeteren.
Uiteindelijk was George het zat en hij schreeuwde tegen de papegaai. De papegaai schreeuwde terug. Hij schudde de papegaai door elkaar en de papegaai werd bozer en nog onbeschofter. Uiteindelijk greep George de vogel en stopte hem in de vriezer. Een paar minuten lang krijste en schopte de papegaai… toen werd het plotseling stil. Meer dan een minuut was er geen piep meer te horen.
Uit angst dat hij de papegaai wat had aangedaan, opende George de deur van de vriezer. De papegaai stapte kalm uit en ging op George’s arm zitten en zei: “Ik geloof dat ik je heb beledigd met mijn onbeschofte taal en gedrag. Ik heb oprecht spijt van mijn ongepaste gedrag en ik ben van plan alles te doen leven te beteren.”
George was stomverbaasd over de plotselinge verandering in de houding van de papegaai. Toen hij op het punt stond de papegaai te vragen wat zijn dramatische verandering in zijn gedrag had veroorzaakt, sprak de vogel heel zacht:
“Mag ik vragen wat de kalkoen heeft gedaan? “
Teshoeva – inkeer
Het concept van Teshoeva – inkeer is heel actueel (Ramban, Baal HaTurim en Rabbeinoe Yonah in Devarim – Deuteronomium 30:11) Wij maken een inventaris van onze daden van het voorgaande jaar om te proberen een beter mens te worden. Het Jodendom ziet de grootsheid in de mens die ondanks zijn fouten voortdurend werkt aan het corrigeren van zichzelf. We nemen we ons voor om niet terug te keren naar slecht gedrag.
De Rambam – Maimonides (Wetten van Teshuva 1:1, 2:2) beschrijft: Een onderdeel van inkeer is het noemen van je misdaden voor G’d met oprecht spijt en goede voornemens voor de toekomst. Natuurlijk moet je oprecht zijn, erkennen dat wat je misdaan hebt en dat je eigenlijk straf verdient (Rabbenoe Bachya). Het noemen van je misdaden zonder de intentie het niet meer te doen heeft geen betekenis.
De rabbijnen leren ons dat je in een oogwenk berouw kan hebben en vastberaden kan zijn om je slechte daden niet meer uit te voeren als je met oprechtheid en spijt voor Hashem komt zal je vergeven worden. (zie Kiddushin 49b).