De Thora vertelt ons in de parasha van deze week, Chukat, over het overlijden van Mirjam de zuster van Mosje. In de verdienste van Mirjam heeft het Joodse volk veertig jaar lang in de woestijn water kunnen drinken uit ‘de bron van Mirjam’. Joodse verklaarders vertellen dat deze bron van Mirjam zich tot op de dag van vandaag in het meer van Tiberias bevindt. Hierover vertelt ook het verhaal van Rabbi Chaim Vital.
Bron van zegen:
Rabbi Chaim Vital* (1543 – 1620) werd geboren en groeide op in Safed. Na zijn Bar Mitswa, studeerde hij Thora bij rabbijn Moshe Alshich. Op een dag ging Rabbijn Josef Karo naar Rabbijn Alsheich om hem te vertellen over de capaciteiten van Chaim Vital.
Rabbijn Josef Karo zei: “Je student Chaim is een bijzondere jongeman. In de naam van de Maggid, de hemelse leraar die naar mij toe komt, verzoek ik je heel voorzichtig te zijn en toezicht te houden op elke onderdeel van zijn ontwikkeling, vooral wat betreft zijn Thorastudie.”
Rabbi Chaim Vital begon al snel de mystieke kant van de Thora te bestuderen en leerde graag de Zohar. Na verloop van tijd werd hij ingewijd in de selecte kring van Rabbi Moshe Cordevero’s leerlingen. Toen hij in 1570 begon te studeren bij Rabbi Yitzchak Luria, de heilige Ari, stelde zijn leraar een tweevoudig programma op dat hij voortdurend moest volgen.
Karaktereigenschappen
Het eerste programma was dat hij zich altijd moest weten te beheersen tegen zijn slechte karaktereigenschappen. Hij mocht nooit boos, gedeprimeerd, hooghartig of ongeduldig worden. Hij moest altijd bescheiden zijn, gevuld met innerlijke vreugde en angst voor zonde.
Het tweede programma was de volgorde van studie, hij had een gedetailleerd curriculum. Elke dag moest hij Thora, Mishna, Talmoed en Kabbala (Mystiek) bestuderen, vooral de Zohar. Rabbi Luria benadrukte dat het vermogen van de mens om de spirituele ladder te beklimmen sterk afhankelijk is van iemands kavana (intentie), zijn intenties en concentratie.
Afgezien van de noodzakelijke concentratie en intentie bij het vervullen van een mitswa (gebod) moest hij zich ook concentreren op de zegeningen die over het eten worden gezegd. Alle voedingsmiddelen, zo legde hij uit, bezitten een heilige vonk maar ook ongunstige spirituele krachten (kelipot) die ‘verlangen’ om een negatief effect op de eter te creëren.
Alleen door de zegening met de juiste kavana te reciteren, kan iemand die negatieve invloed opheffen, waardoor zijn lichaam wordt gereinigd en iemands gedachten worden gereinigd.
Rabbi Chaim Vital kon al die wijsheid niet bevatten
De intensiteit van hun leren, de enorme hoeveelheid en complexiteit begon Rabbi Chaim Vital te beïnvloeden, hij kon niet alle wijsheid bevatten. Zijn situatie verslechterde en rabbi Chaim ging naar zijn leraar rabbijn Luria om over zijn problemen te praten. Rabbijn Luria zei dat hij zich geen zorgen hoefde te maken want hij had een goede oplossing.
De bron van Mirjam
Ze reisden naar Tiberias en liepen door de stad. Tot ze bij het vissershaventje aan de oever van de Kinneret (Zee van Galilea) aankwamen. Daar huurden zij een klein bootje en roeiden zuidwaarts over het meer. In de richting van het graf van Rabbi Meir Baal HaNess. Rabbijn Luria stopte de boot en zocht iets in het water. Toen hij de plek vond, liet hij een fles zakken en vulde deze met water.
“Drink dit!” Zei hij aan zijn leerling rabbi Chaim Vital. “Dit is het water van de bron van Miriam waaruit onze voorouders in de wildernis gedronken hebben. Het Joodse volk in de woestijn werd de generatie van wetenschap genoemd. En als je dit water hebt gedronken dan zal het je genezen. Ook zal je niets vergeten wat ik je leer.”
Vanaf die dag begreep Rabbi Chaim Vital de wijsheid van het kabbalistische systeem van zijn leraar en werd hij de voornaamste verspreider van de Kabbala. Dit in de vorm van de Kitvey Ari- “Geschriften van de Ari”, de belangrijke geschriften van de heilige Ari z”l.
we zoeken een reis naar israel 2personen.Hebt u nog informatier.Groeten Hannie van Genting