De speech van Rabbijn Israel Meir Lau tijdens de herdenking van 75 jaar na de bevrijding van Auschwitz

 

Rabbijn Israel Meir Lau, voorzitter van Yad Vashem, sprak tijdens de herdenking, 75 jaar na de bevrijding van Auschwitz de aanwezigen toe.

U bent hier, de leiders van de wereld, als vertegenwoordiger van de landen waar u vandaan komt. We hebben elkaar gisteravond ontmoet en ik dank u voor uw warme woorden die u hebt gesproken. De kameraadschap en vriendschap en liefde die u heeft getoond en uw toewijding aan de toekomst. “We zullen dit nooit vergeten”. We waarderen het heel zeer bijzonder.

Vijfentwintig jaar geleden was het vijftig jaar sinds de bevrijding van het kamp Buchenwald dat door de Amerikanen  in 1945 werd bevrijd. Ik werd uitgenodigd om een ​​toespraak te houden namens de overlevenden van het kamp. Ik kwam daar met mijn intussen overleden broer Naftali. Mijn held. Degene die mijn leven redde. 

Buchenwald

“Buchenwald is een buitenwijk van de stad Weimar. Ik opende mijn toespraak met de volgende woorden: Dit is mijn tweede bezoek aan Buchenwald. Het  eerste bezoek was eenenvijftig jaar geleden. En wat een verschil. Toen ik hier voor het eerst kwam, was ik een zeven jaar oude jongen. Ik had geen vader en geen moeder meer, slechts één broer, ik kwam hier naar Buchenwald en ik was een persoon zonder naam. Een gevangene. Welke misdaad had ik begaan om een ​​gevangene te zijn zonder naam en identiteit?

Vijftig jaar later kom ik uit het land van mijn oude/nieuwe geboorteland Israël. En ik heb een naam. Mijn naam is Israel Meir Lau. Ik ben geen gevangene meer. Ik ben de opperrabbijn van de staat Israël. Wat een enorm verschil tussen het eerste en tweede bezoek. Je zou kunnen zeggen: okee, vergeten. Een nieuwe pagina een nieuw hoofdstuk. Vergeven en vergeten. Dus ik kwam hier om te zeggen dat ik niet kan vergeven omdat ik niet bevoegd ben om te vergeven. Mijn ouders vroegen me niet om te vergeven voordat ze me werden afgenomen, ze vroegen mij om de ketting voort te zetten, zodat de Joodse ketting nooit zal breken. Nooit! Dat is wat mij werd gezegd.

rabbijnse familie

Ik herinner me mijn moeder, ik was al bijna zeveneneenhalf. Ze vertelde me: Onthoud dat je een Jood bent, waar je ook gaat. Vergeet niet dat je deel uitmaakt van een rabbijnse familie. Je vader – ik weet niet wat er met hem is gebeurd, ik heb al twee jaar niets van hem gehoord – was de zevenendertigste generatie van een rabbijnse familie. Jij bent de achtendertigste generatie. Ga door met deze ketting. Dat was haar laatste zin. Ze sprak niet  over vergeving.

Wat heb je nog meer van me gevraagd? Vergeten? Hoe kan ik dat vergeten? Hoe kan ik dat vergeten? De slagen, de koude, de honger, tot de dood. Ik herinner me de sterren aan die donkere hemel. De rechtvaardigen onder de Volkeren, er zijn mensen die ik mijn leven schuldig ben en dat kan ik mij zeker herinneren. Maar ik herinner mij ook het lijden, de martelingen, de slachtoffers. Dit is iets dat ik nooit zal vergeten. Daarom ben ik naar Buchenwald gekomen om jullie dit te vertellen.

Dit is het moment om het jullie, beste vrienden, hier in Yad Vashem te vertellen. We waarderen uw komst hier enorm en waarderen uw belofte om antisemitisme en racisme te bestrijden. Het is een belofte. Het is een verplichting, het is een must voor de hele mensheid. We zullen niet vergeten wat jullie vandaag gezegd hebben en we waarderen elk woord dat jullie ons zeggen en we geloven dat jullie de dingen uit de grond van je hart hebben gezegd. Wij geloven zeker dat deze avond hier in Yad Vashem  in Jeruzalem een ​​brug zal zijn voor de hele mensheid. Niet alleen over de Holocaust-kwestie, maar ook over het voortbestaan ​​van de hele mensheid

Ark van Noach

Wat bedoel ik? Als u het eerste boek van de Bijbel opent, het boek Genesis. Daar leest u het verhaal van Noach en het verhaal van de Ark van Noach. Voor de vloed kreeg Noach een opdracht van de Schepper: bouw een houten Ark voor jou en alle dieren. En je familie gaat de Ark in en zal gered worden van de watervloed. Ze zaten 150 dagen in de Ark. Wie waren erbij? Slangen, luipaarden, leeuwen, beren en dieren zoals koeien, ezels,
eenden en duiven. Allemaal onder hetzelfde dak.

Is er iemand verslonden door een ander dier? Honderdvijftig dagen onder het hetzelfde dak en niemand doodde of verslond. Honderdvijftig dagen. Slangen en kinderen … Noachs kleinkinderen. Niemand raakte gewond. Waarom? Ze gedroegen zich heel goed met elkaar, omdat ze wisten dat ze goed moesten gedragen omdat ze buiten de Ark een gemeenschappelijke vijand hadden dat was de vloed. En als ze zich niet goed
zouden gedragen, dan zou Noach ze simpelweg de Ark uitgooien, ze zouden meteen doodgaan en verdwijnen. Ze begrepen dat we in vriendschap moeten leven omdat we een gemeenschappelijke haat tegen de vijand hebben.

gemeenschappelijke vijanden

Mensen, wereldleiders, onze gasten hier vandaag, hebben wij vandaag geen gemeenschappelijke vijanden? Hebben we geen gemeenschappelijke reden om te begrijpen wat de slang in Noachs Ark begreep? Kunnen we niet begrijpen dat we gemeenschappelijke vijanden hebben? Allerlei ziekten, kanker, aids, hartziekten,  hersenen, honger, onwetendheid, misdaad, kernwapens, het zijn allemaal onze vijanden

Dus laten we doen alsof we tenminste begrijpen wat de dieren gedurende honderdvijftig dagen in Ark van Noach begrepen en elkaar geen pijn deden. Laten we dat begrijpen. Het is afkomstig van Yad Vashem. Uit Jeruzalem. Zoals de profeten Jesaja en Micha met dezelfde woorden zeiden: “Want uit Zion komt de Thora voort en het woord van G’d vanuit Jeruzalem” De stem van de Schepper van de Wereld zal over de hele wereld
worden gehoord vanuit de stad Jeruzalem. Een stad met een geschiedenis van 4000 jaar.

We zullen het nooit vergeten. We moeten vergeven en we moeten elkaar als vrienden behandelen. Het is onze plicht en dit is mijn conclusie als ik u hier wereldleiders zie. Jullie hebben de wereld in jullie handen. Met eén zin en één handtekening kunnen jullie over miljoenen mensen beslissen. Neem daarom uw beslissingen altijd met
liefde, vrede en rust. Dank u.

 

Gerelateerde berichten

Reageer


1 × twee =